Nieuwe regelgeving voor btw en e-commerce: bereid je goed voor!
Tiago Schotten |Op 1 juli 2021 zullen nieuwe EU-brede btw-regels voor e-commerce in werking treden. Het doel is volgens de Europese Commissie de btw-verplichtingen voor bedrijven die betrokken zijn bij e-commerce te vereenvoudigen, tegelijkertijd fraude te bestrijden en eerlijke concurrentie voor Europese bedrijven te garanderen. De nieuwe regels brengen een groot aantal veranderingen met zich mee. In dit artikel zetten we de belangrijkste wijzigingen overzichtelijk op een rij.
Business-to-Consumer (B2C) afstandsverkopen
Onder de huidige wetgeving moet bij een verkoop aan een consument in een andere EU-lidstaat Nederlandse btw in rekening worden gebracht totdat op enig moment een bepaalde jaaromzetdrempel (die per lidstaat verschilt) wordt overschreden. Vanaf het moment dat de drempel wordt overschreden geldt voor de rest van het jaar en het daaropvolgende jaar de zogenaamde afstandsverkopenregeling en moet het btw-tarief van het land van aankomst in rekening worden gebracht.
Onder de nieuwe wetgeving worden de drempels per lidstaat afgeschaft en komt er in plaats daarvan één drempel voor de hele EU van €10.000 per jaar. Dat betekent dat als er in een bepaald jaar voor meer dan €10.000 aan afstandsverkopen plaatsvinden, het btw-tarief van het land van aankomst in rekening gebracht en afgedragen moet worden.
One-stop-shop
Onder de nieuwe wetgeving zal het veel vaker voorkomen dat ondernemers buitenlandse btw in rekening moeten brengen. Om deze btw aan te kunnen geven en af te kunnen dragen, is in beginsel een btw-registratie nodig in alle landen waar de particuliere afnemers zich bevinden. Dit leidt tot een aanzienlijke toename van administratieve lasten. Om deze lasten te verlichten wordt daarom ook een One-Stop-Shop (OSS) ingevoerd. Via de One-Stop-Shop kunnen bedrijven in één EU-lidstaat per kwartaal een aangifte indienen voor alle B2C-afstandsverkopen, uitgesplitst naar EU-land en btw-tarief. Na indiening van de OSS-aangifte wordt de totale EU-btw afgedragen aan de Belastingdienst van de lidstaat waar de OSS-aangifte is ingediend. Die lidstaat zorgt ervoor dat de btw over de betrokken EU-landen wordt herverdeeld op basis van de in de aangifte opgenomen specificatie.
De One-Stop-Shop kan vanaf 1 juli 2021 ook gebruikt worden voor diensten aan particulieren in andere EU-landen, waarbij buitenlandse btw in rekening gebracht moet worden. Zo kan een Nederlandse schilder die af en toe ook huizen van particulieren in Duitsland schildert, de Duitse btw op deze diensten aangeven en afdragen via de OSS. De One-Stop-Shop is optioneel. Ondernemers kunnen ervoor kiezen om er geen gebruik van te maken en zich dus lokaal te registreren voor de btw. Echter, als eenmaal wordt gekozen om gebruik te maken van de OSS, dan moeten alle afstandsverkopen via dit systeem worden aangegeven. Het is niet mogelijk om per lidstaat te kiezen om gebruik te maken van de OSS.
Platformfictie
Een ander onderdeel van de nieuwe regels voor afstandsverkopen is de zogenaamde platformfictie. Onder deze fictie worden webshops en andere elektronische platforms in bepaalde gevallen verantwoordelijk voor het in rekening brengen en afdragen van btw op de goederen die via het platform verkocht worden, ook al is het platform in werkelijkheid geen eigenaar van de goederen. De platformfictie kan alleen in de volgende situaties van toepassing zijn:
- Het platform faciliteert B2C afstandsverkopen van goederen die van buiten de EU komen, in zendingen met een intrinsieke waarde van minder dan €150, ongeacht waar de leverancier is gevestigd, of;
- Het platform faciliteert B2C verkopen van goederen van een niet in de EU gevestigde leverancier.
De fictie heeft tot de gevolg dat het platform wordt geacht de goederen eerst te hebben ingekocht van de leverancier en vervolgens te hebben doorgeleverd aan de particuliere afnemer. Daarmee wordt de transactie in twee leveringen geknipt. De levering van de leverancier aan het platform is ofwel onbelast (ingeval van niet-EU) goederen, ofwel belast tegen 0% (ingeval van EU-goederen). Op de levering van het platform aan de particulier zijn de nieuwe afstandsverkopenregels van toepassing, zoals hierboven omschreven. Platforms die onder de platformfictie vallen kunnen voor het aangeven van hun (fictieve) afstandsverkopen gebruik maken van de OSS.
Invoerregeling
Op dit moment is het zo dat particulieren die goederen van minder dan €22 invoeren geen btw hoeven te betalen. Deze invoervrijstelling wordt per 1 juli 2021 afgeschaft. Er zal dan over alle goederen die de EU binnenkomen btw betaald moeten worden. Omdat consumenten er over het algemeen niet op zitten te wachten om achteraf met import btw te worden geconfronteerd, wordt er ook een regeling ingevoerd voor ondernemers die niet-EU goederen aan EU consumenten verkopen. Deze invoerregeling, ook wel Import One-Stop-Shop (IOSS) genoemd, maakt het voor ondernemers mogelijk om alle btw op zendingen van minder dan €150 die van buiten de EU komen naar EU consumenten aan te geven en af te dragen via één maandelijkse aangifte in één EU-land. Zij moeten deze btw bij verkoop van de goederen tonen en in rekening brengen, waardoor consumenten niet bij aflevering geconfronteerd worden met import-btw en aanvullende kosten. Deze regeling staat ook open voor platforms die onder de platformfictie vallen.
Post- en koeriersregeling
De hierboven genoemde invoerregeling is optioneel. Mocht een verkoper ervoor kiezen om de regeling niet toe te passen, dan zal het uiteindelijk toch de consument zijn die achteraf de import-btw moet afdragen. In die gevallen zullen vaak de post- of koeriersbedrijven de importaangifte verzorgen en de btw voorschieten voor de consument, die deze vervolgens vergoedt aan het post- of koeriersbedrijf bij de aflevering van de zending. Om dit proces te versimpelen en te stroomlijnen wordt er een post- en koeriersregeling ingevoerd. De regeling komt er kortgezegd op neer dat alle import-btw per maand kan worden aangegeven en afgedragen, in plaats van per zending. Dit zorgt voor een cashflow voordeel voor de post- of koeriersbedrijven waardoor ook de kosten voor consumenten laag worden gehouden.
Voorbereiding
De wetgeving zal een behoorlijk aantal wijzigingen met zich meebrengen. Ondernemers die goederen verkopen aan particulieren binnen de EU zullen zich hier goed op voor moeten bereiden. De volgende zaken zijn daarbij van belang:
- aanpassen van de gehanteerde btw-codes/-tarieven;
- aanpassen van ERP-/facturatiesystemen;
- indien gewenst: tijdige aanmelding voor de (I)OSS;
- wijzigingen in het btw-aangifteprocessen: OSS of btw-aangifte in land van aankomst?;
- indien van toepassing: rekening houden met de nieuwe douane importprocessen.
Hulp nodig? Onze specialisten ondersteunen je graag!
Heb je vragen over deze nieuwe regelgeving voor btw en e-commerce of wil je weten wat de gevolgen zijn voor jouw business en heb je hulp nodig bij om je goed voor te bereiden? Dan kun je uiteraard altijd contact opnemen met btw-specialisten Tiago Schotten of Roel Timmermans van Bol Adviseurs. Zij helpen je graag verder!
|
Tiago Schotten |
|
Roel Timmermans |