Nieuws & Blogs

Baas mag auto van de zaak voor prikje kopen, maar niet te ver gaan

|

De eigenaar van een bedrijf mag de auto van de zaak voor een fractie van de waarde kopen, zodat die nauwelijks btw hoeft te betalen. Met dank aan een maas in de wet. Maar soms wordt het te bont gemaakt.

Auto van de zaak voor een prikje

David* is directeur-eigenaar van een bedrijf én belastingadviseur. Een combinatie die handig kan zijn, zo blijkt. Hij is immers op de hoogte van voordeeltjes die je kunt behalen. Zo heeft hij weet van een maas in de wet die het voor de eigenaar van een bedrijf mogelijk maakt om de auto van de zaak voor een prikje te kopen.

Met die wetenschap kocht het bedrijf eind augustus 2014 een auto in Duitsland voor 48.000 euro. Het was een tweedehandsje met schade. De reparatie kostte 19.000 euro en de bpm 15.000 euro. In totaal gaf het bedrijf dus 82.000 euro uit aan de auto van de zaak. David kon er pas half november een eerste ritje in maken, omdat de schade eerst moest worden hersteld.

Cadeautje voor de eigenaar?

Nog geen twee maanden later besloot het bedrijf de auto te verkopen. Of eigenlijk: aandeelhouder David kreeg de auto van directeur David. Het woord ‘krijgen’ is hier toepasselijk. Voor de auto, die het bedrijf 82.000 euro had gekost, hoefde de aandeelhouder namelijk slechts 15.000 euro te betalen.

Het bedrag bestond bijna geheel uit de bpm, waardoor de btw nog maar 164 euro bedroeg. Het bedrijf verstrekte David hiermee een verkapte winstuitkering van 60.000 euro en vertelde dit eerlijk aan de Belastingdienst. De fiscus wilde echter niet meewerken aan het cadeautje voor de eigenaar. Die stelde dat het bedrijf misbruik maakte van de wetgeving.

Volgens die wetgeving moet omzetbelasting worden betaald over het factuurbedrag en niet over de
marktwaarde. Ook als de factuurwaarde veel lager is. Nederland heeft de mogelijkheid om de regels aan te passen, zodat ook voor de btw wordt uitgegaan van de waarde in het economische verkeer. Dat heeft de overheid echter nooit gedaan.

Rechter geeft fiscus gelijk

Er is in dit geval echter sprake van een vooropgezet plan, stelde de fiscus. De auto wordt binnen een korte periode voor een kunstmatig verlaagde prijs verkocht om een hoog belastingvoordeel te behalen. Zo betaalde het bedrijf voor de auto 10.147 euro aan btw, om dat bedrag vervolgens weer terug te vorderen. De aandeelhouder betaalde slechts 164 euro aan btw. De Belastingdienst
legde daarom een naheffing op van dik 10.000 euro en een boete van meer dan 6000 euro.

David was het er niet mee eens en stapte naar de rechter. Bij de rechtbank Noord-Holland ving hij echter bot. Die gaf de fiscus gelijk en wees er bovendien op dat het bedrijf eerder ook al auto’s kocht en binnen ‘afzienbare tijd’ verkocht aan de eigenaar. De prijs bedroeg telkens 15.000 euro. ‘Het voordeel dat door misbruik wordt verkregen, dient te worden weggenomen/hersteld’, vonniste de rechtbank. Ze stemde in met een naheffing van de btw van ruim 10.000 euro. De rechtbank legde geen boete op, omdat er over de uitleg van de wetgeving nog onduidelijkheid bestaat.

*De naam David is fictief.

Dit artikel verscheen eerder in dagblad De Limburger.